Nierkanker


Wat is nierkanker en hoe komt het voor?

Nierkanker is de 9e meest voorkomende kanker bij mannen en de 14e meest voorkomende kanker bij vrouwen. De kanker komt meer voor in Westerse landen en kent daar een incidentie van 14.5 nieuwe cases per 100.000 inwoners per jaar. In de laatste twintig jaar is er een stijging in incidentie van ongeveer 2%, zowel wereldwijd als binnen Europa. De voornaamste drijvende factor is de toename van beeldvorming waarbij de diagnose vaak per toeval wordt gesteld. Maar vermoedelijk spelen ook andere – minder gekende factoren – een rol.

Met nierkanker bedoelen we eigenlijk renaal cel carcinoom, en dit omvat ongeveer 90% van alle solide tumoren in de nier. Deze tumor wordt nog verder onderverdeeld in verschillende subtypes met hun eigen kenmerken en prognose. Het heldercellig renaal cel carcinoom is de meest voorkomende vorm.

Hoe ontstaat het en wat zijn de risicofactoren?

Het ontstaan van nierkanker is niet volledig gekend. Er zijn wel gekende risicofactoren die een rol spelen in het ontstaan van deze tumor.

Nierkanker komt ongeveer twee keer zoveel voor bij mannen dan bij vrouwen. De piekleeftijd is 60-70 jaar. De bekendste risicofactoren zijn roken, obesitas, metabool syndroom en een hoge bloeddruk. Er bestaan ook genetische vormen van nierkanker. Deze komen vaak voor op jongere leeftijd.

Kan je klachten herkennen?

De meeste patiënten met nierkanker ervaren geen duidelijke symptomen. Enkel in een verder stadium van de ziekte kunnen klachten aanwezig zijn. Bij lokal uitgebreide ziekte kan dit typisch bloedplassen of flankpijn zijn. Bij een uitgezaaide tumor kan de patiënt onder andere klagen over vermoeidheid, gewichtsverlies en nachtzweten.

Hoe kun je deze kanker behandelen? 

De klassieke behandeling voor nierkanker in een vroeg stadium is chirurgie. Hierbij wordt de niertumor alleen of de nier in zijn totaliteit verwijderd. Dit wordt de dag van vandaag meestal minimaal invasief (al dan niet robotisch) uitgevoerd. In geselecteerde gevallen kan er geopteerd worden voor een afwachtend beleid, voor een focale behandeling van de tumor (aanprikken en selectief 'verbranden' of 'bevriezen') of radiotherapie. Wanneer de ziekte zich in een vergevorderd stadium bevindt is een lokale behandeling van de tumor enkel in geselecteerde gevallen zinvol. Meestal zal er nood zijn aan een medicamenteuze behandeling in de vorm van immuuntherapie.